'Als er nu een elfstedentocht komt rijd ik die zo weer mee'
Thieu Rovers blijft jong door te schaatsen
Op de ijsbaan in Eindhoven rijdt jong en oud vaak door elkaar of met elkaar op. Het wordt altijd toegejuicht als jongeren zich voor de schaatssport melden, maar aan de andere kant wordt het ook gewaardeerd als sporters tot op hoge leeftijd actief blijven. Een van de rijders waar de jaren niet aan te zien zijn, is Thieu Rovers (81) uit Ospel. Ooit beet hij zijn nagels stuk toen er in eigen land een Elfstedentocht kwam en hij zelf in het buitenland (Polen) verbleef voor een alternatieve tocht. Maar wie kan er zeggen dat hij tweemaal de 200 kilometer van de Tocht der Tochten reed en beide keren al voor vijf uur binnen was?
Door Harrie Wenting
Zijn ogen schitteren nog en zien elk detail om hem heen, of het nu een plantje in zijn voortuin betreft of de techniek van een schaatser op de ijsbaan. Zijn haren netjes in model en een huid waardoor je hem eerder als zestiger ziet dan als tachtiger.
"Toch heb ik zojuist het 81-ste kaarsje uitgeblazen," weet hij te melden. Als Thieu in Ospel is, is zijn Annie nooit ver van hem vandaan. Sportief als zij is fietste ze met hem Alpenreuzen mee op en samen gingen ze tientallen jaren op wintersport om te skiën. Maar Annie doet nu een stapje terug en ziet hoofdschuddend hoe haar Thieu het allemaal nog volhoudt. Hij gaat meerdere keren per dag wandelen, doet alle oefeningen die Olga Commandeur hem voordoet. Fietst zich wekelijks in het zweet op zijn hometrainer en is maar liefst vier maal (!) per week op de schaatsbaan. Twee maal als trainer (zaterdag- en zondagmorgen) en op dinsdag en donderdag met het gewest. Bij die gewestelijke uren hebben de rijders overigens een samenwerking aangegaan met ijsclub Vught.
Als Thieu zijn levensverhaal vertelt begint dat bij het grote gezin van Rovers in Asten. Waar vader al op jonge leeftijd overleed en moeder verder moest met tien kinderen, zes daarvan waren jonger dan Thieu. "Door de situatie van ons gezin moest ik al op 14-jarige leeftijd gaan werken om geld mee binnen te brengen," blikt hij terug. Hij beseft dat hij er nooit slechter van werd om mee aan te pakken en na zijn start in een textielfabriek ging hij op 17-jarige leeftijd bij de marine. Daar diende hij zijn tijd trouw uit om daarna in de bouw te beginnen. Van opperman tot metselaar en later zelfs uitvoerder. Hij bouwde tweemaal zijn eigen huis en in de bungalow waar hij nu nog met Annie woont weet hij elk detail te zitten want hij bedacht het allemaal zelf en maakte het voor het merendeel ook nog.
De twee kinderen die ze kregen zijn al geruime tijd uitgevlogen en van hun twee kleinkinderen genieten ze elk moment van de dag.
Thieu kan met zijn 81 jaar ver terug kijken in het leven en veel van dat leven is sportief gekleurd. Na een korte voetbalcarrière ging hij schaatsen, maar deed er ook altijd fietsen en hardlopen bij.
Hij begon met eenmaal per week, maar toen hij eind jaren zeventig van de vorige eeuw marathonwedstrijden ging rijden werd het alsmaar weer. Soms stond hij eerst in Grefrath schaatsles te geven om daarna na een maaltijdstop thuis, snel elders naar een wedstrijd te gaan. Het bracht hem in de landelijke veteranen-marathon het hele land door en hij reed er tegen mannen als Yp Kramer.
"Maar ja, dat 1985 he, die eerste Elfstedentocht na 22 jaar." Als hij erover vertelt klinkt nog steeds de teleurstelling in zijn stem door. "We waren met anderen van de ijsclub met enkele bussen onderweg naar Polen om daar een alternatieve Elfstedentocht te rijden. We moesten steeds uren wachten aan de grens en eenmaal in Polen ging het gerucht dat de Tocht in Nederland ook plaats zou vinden. Wat te doen? Een veertigtal van ons kocht voor 50 gulden per persoon de chauffeur om, om meteen naar Nederland terug te rijden. Hij had er net een werkdag opzitten, maar zwichtte voor het grote geld en reed meteen aan. Wij zagen later pas de geweldige beelden met de winst van Van Benthum. Voor mij kwam het goed doordat de Tocht een jaar later opnieuw plaats vond, je snapt dat ik er toen wel bij was."
Terwijl Thieu in een van de eerste startgroepen het ijs op ging, zocht Annie met de kinderen een plekje langs de kant. Terwijl de zon nog maar net op kwam, kwam ze bij het ijs en vrijwel meteen kwam Thieu er langs geschaatst. "Zo ging het de hele dag," glimacht hij. Ik heb hen die dag wel vier keer gezien en nog voor donker was ik al weer in Leeuwarden."
Dat hij ook in1997 van de partij was laat zich raden.
Inmiddels sloot hij wel deelname aan de landelijke competitie af en concentreerde zich op de wedstrijden in Eindhoven. Hij won tien (!) keer de Luc Prinsen-wisselbokaal en zes maal de Ab Hagendoorn-trofee. Ook bij de clubkampioenschappen marathon was hij vaste podiumgast. Deze wedstrijden laat hij vanaf zijn tachtigste aan zich voorbij gaan, hij laat het graag aan de jeugd, een aparte categorie voor tachtigplusser is er toch niet.
Maar naast het schaatsen ging hij ook graag op wintersport. Hij stond samen met Annie en een vast clubje vrienden op de besneeuwde toppen van Griekenland tot Bulgarije en van Frankrijk tot Oostenrijk, een keer zelfs in Australië. Maar één keer ging het bijna mis ...
"We waren aan het skiën in Galtur, nabij Ischl in oostenrijk," blikt hij terug. "Er was de hele week enorm veel sneeuw gevallen en we zagen onze auto in het geheel niet meer staan. Toen kwam daar een enorme lawine naar beneden die het dorpje geheel afsloot. Niemand kon meer over de enige toegangsweg en we moesten het dagenlang doen met het eten dat er op dat moment voorradig was. Toen het brood op was werd dat met een helikopter gedropt en intussen waren we overal van verstoken. De kinderen bouwden sneeuwhutten en toen de verwarming er ook nog uitviel ben ik hout gaan hakken om de kachel brandend te houden. We hadden eigenlijk de dag na de lawine willen vertrekken, maar uiteindelijk kwamen er twee weken bij. We werden gerepatrieerd door een helikopter, de ANWB bracht later onze auto thuis."
Als Thieu op zijn leven en met name zijn sportieve carrière terugkijkt, beseft hij dat hij veel geluk heeft in het leven. "Nooit iets ernstigs gemankeerd en fysiek altijd gezond gebleven." Maar wie nu kennis heeft van zijn dagprogramma kan concluderen dat dit je niet zomaar aan komt waaien.
"Blijven bewegen, dat is het geheim," weet hij inmiddels. Het enige wat hem tot nadenken stemt is dat anderen om hem heen wel oud worden. Zo heeft hij nu voor het eerst in zijn leven geen maten om mee op wintersport te gaan, hij is de enige van hun groepje die dit nog zou kunnen(!)
Thieu en Annie Rovers in huisje weltevree in Ospel. Op een steenworp afstand van De Grote Peel leven zij hun leven, zonder de dagen te tellen. Annie is er al lang aan gewend dat ze het eten panklaar voor hem op zijn bord moet hebben liggen, wil hij nog iets eten voor het schaatsen. De schaatstijden zijn hem heilig en voor een extra wandeling kun je hem altijd wakker maken.